Restschuld aflossingsvrije hypotheek

Het aantal gezinnen met een aflossingsvrije hypotheek dat een aanzienlijk risico liep op een overblijvende schuld is aanzienlijk verminderd. Desondanks zijn er nog steeds bijna 212.000 huishoudens die in de toekomst waarschijnlijk te maken zullen hebben met een aanzienlijke schuld na afloop van hun hypotheek.

Volgens gegevens van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat het aantal huishoudens met een hoog risico op een restschuld de afgelopen jaren aanzienlijk is verminderd. Aan het begin van 2020 gold dit nog voor meer dan 577.000 huishoudens.

Op dit moment schat de AFM in dat er nog steeds 70.000 tot 80.000 huishoudens zijn die een zeer hoog risico lopen om na hun pensionering de hypotheeklasten niet meer te kunnen dragen. Gelukkig is er een goede oplossing voor dit probleem.

Aflossingsvrije hypotheek probleem

Aflossingsvrije hypotheken werden aan het begin van deze eeuw relatief vaak afgesloten, vooral vóór 2008. Bij dit type hypotheek lost men gedurende de looptijd meestal gedurende 30 jaar niets af. Dit betekent dat aan het einde van de looptijd nog steeds een schuld openstaat. Op dat moment moet deze schuld worden afgelost, hetzij door middel van afbetaling, hetzij door het afsluiten van een nieuwe hypotheek.

Indien er niet voldoende geld is gespaard of als het niet mogelijk is om een nieuwe lening af te sluiten, kan het nodig zijn om het huis te verkopen en de opbrengst te gebruiken om de schuld af te lossen. Als de verkoopopbrengst niet hoog genoeg is, kan men zelfs met een restschuld achterblijven. Ontdek wat je kunt doen tegen het aflossingsvrije hypotheek probleem.

Bovendien moet worden opgemerkt dat zelfs als je in staat bent om na 30 jaar een nieuwe lening af te sluiten, de rente daarop na die periode niet langer fiscaal aftrekbaar is. Daarnaast ervaren veel mensen een daling in hun inkomen na hun pensionering. In 2031 vervalt de renteaftrek voor veel woningbezitters, wat betekent dat de maandelijkse lasten zullen stijgen, zoals door de AFM wordt gewaarschuwd.

restschuld aflossingsvrije hypotheek

Gedeeltelijke oplossing

Het is waar dat het verminderde aantal huishoudens met een aanzienlijke kans op een restschuld gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan stijgende huizenprijzen. Als je gedwongen bent je huis te verkopen, zou je nu over het algemeen een hogere verkoopopbrengst kunnen verwachten dan enkele jaren geleden, waardoor de kans groter is dat de opbrengst minstens gelijk is aan je hypotheekschuld.

Bovendien hebben veel Nederlanders met een aflossingsvrije hypotheek in de afgelopen jaren hun financiële risico verminderd. Ze hebben bijvoorbeeld extra aflossingen gedaan met een eenmalige betaling of zijn begonnen met periodieke aflossingen. Anderen hebben extra gespaard of hun hypotheek omgezet naar een vorm waarbij ze gedeeltelijk aflossen. Deze maatregelen hebben geholpen om het risico op een restschuld te verminderen en de financiële stabiliteit te vergroten.

Meer dan 1.700.000 huishoudens

Toen hypotheekaanbieders in 2018 op aandringen van de AFM begonnen met het waarschuwen van huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek, waren er nog bijna 1,7 miljoen van dergelijke hypotheken in Nederland. Het is echter opvallend dat minder dan de helft van deze huishoudens daadwerkelijk actie heeft ondernomen om hun risico op een restschuld te verminderen.

Het is belangrijk op te merken dat de AFM en hypotheekaanbieders consumenten niet kunnen dwingen om actie te ondernemen. Bovendien was er in sommige gevallen wellicht geen dringende reden om dit te doen, omdat het risico op een restschuld als laag werd ingeschat. Niettemin is bewustzijn over de financiële risico’s en het proactief beoordelen van de financiële situatie belangrijk om financiële stabiliteit op de lange termijn te waarborgen.

Maximaal 50 procent aflossingsvrij

Sinds 2013 zijn er beperkingen op aflossingsvrije hypotheken van kracht in Nederland. Het belangrijkste punt is dat het aflossingsvrije deel van de hypotheek niet groter mag zijn dan 50 procent van de woningwaarde. Dit is bedoeld om het risico te beperken en ervoor te zorgen dat huiseigenaren geleidelijk aan beginnen met aflossen.

Een ander belangrijk aspect is dat sinds 2013 de rente op het aflossingsvrije deel van de hypotheek niet meer fiscaal aftrekbaar is. Dit betekent dat huiseigenaren geen belastingvoordeel meer krijgen voor de rentebetalingen op het aflossingsvrije deel van hun hypotheek. Dit heeft invloed gehad op de financiële overwegingen bij het kiezen voor een aflossingsvrije hypotheek en heeft bijgedragen aan de herziening van hypotheekkeuzes in Nederland.

Wil je advies over je hypotheek? Vraag dan een gratis adviesgesprek aan!